Het onderwerp verlichting is belangrijk in het hele huis. In de keuken moet echter veel belang worden gehecht aan een harmonieus verlichtingsconcept, omdat het voor veel mensen het hart van de leefruimte is. Mensen koken, bakken, roddelen en dansen immers soms in de keuken. Het is daarom cruciaal om deze belangrijke ruimte op de juiste manier te presenteren. Met deze drie tips zorg je ervoor dat je keuken met het juiste licht wordt geënsceneerd.
1. Focus op sfeervolle en functionele verlichting
Mensen koken in de keuken, maar brengen ook veel tijd door op andere manieren. Daarom moet de keukenverlichting veel kunnen doen: Er moet voldoende licht zijn om te werken, decoratief licht moet voor de juiste sfeer zorgen en mogelijk moet ook een eethoek verlicht worden. Het is dus duidelijk dat de goede oude lampenkap in het midden van de kamer niet langer voldoende is in een moderne keuken. Anders bestaat bij het snijden van groenten het risico dat een vinger wordt verward met een wortel.
In de verlichting van de Bureaublad Het is belangrijk dat het licht zo valt dat de kok zichzelf niet schaduwt. Dit werkt het beste als het licht direct onder de wandunits wordt geplaatst. Als er geen wandunits in de keuken zijn, moet de lichtbron aan het plafond worden geplaatst, zodat de lichtbundel op het werkoppervlak voor de kok valt – als de lamp te ver weg is gemonteerd, valt er niet genoeg licht op het werkblad door zijn eigen schaduw.
Als het gaat om rechts Stemming in de keuken is de hanglamp weer erg in trek. Als aanvulling op werkverlichting heeft het zijn rechtvaardiging. Als alternatief kunt u ook een matte plafondlamp of een strip met vlekken gebruiken. Spots hebben het voordeel dat gerichte verlichting kan worden uitgevoerd, waardoor sterkere en zwakkere verlichte zones ontstaan.
Ook de Eethoek wil natuurlijk in het juiste daglicht worden gesteld. De gesprekspartners aan tafel willen elkaar immers niet alleen horen, maar ook zien. Pendelarmaturen zijn ideaal voor eetgedeeltes, zolang er maar voor wordt gezorgd dat ze niet te laag hangen. Tip: Installeer dimmerschakelaars – zodat het licht in de eetkamer naar wens kan worden gedimd – van ultrahelder tot kaarslicht romantiek, alles is mogelijk.
pendelarmaturen in de eetkamer; Foto credit: arge.ateliers Gmunden / Fotograaf: Monika Löff
2. Laat je niet verblinden
Te veel licht is bijna net zo erg als te weinig. Verblind zijn bij het hanteren van keukenapparatuur kan zelfs erg gevaarlijk zijn. Bovendien is het constant dichtknijpen van je ogen noch goed voor je uiterlijk, noch voor je ogen. Daarom moet er bij de verlichting voor worden gezorgd dat de lichtbronnen onafhankelijk van elkaar kunnen worden in- en uitgeschakeld. Op deze manier past het licht zich aan de respectieve behoeften aan.
Daarnaast is ook de hoek cruciaal. Als een eettafellamp bijvoorbeeld te laag hangt, zullen de mensen aan tafel verblind zijn. Er is ook een risico op het stoten van je hoofd. Ongeveer 60 cm boven de tafel hangt de lamp correct. Het is raadzaam om bij het kopen in de winkel aandacht te besteden aan waar de lichtkegel valt en hoe de lichtbron wordt afgeschermd. Tip: Vertrouw op matte armaturen – dit kan vaak verblinding voorkomen.
3. Kies de juiste lichtkleur
De lichtkleur wordt aangegeven op de verpakking van lampen in Kelvin (K). In principe wordt onderscheid gemaakt tussen drie verschillende “tinten”: warm wit (onder 3300 K), neutraal wit (3300 tot 5300 K) en daglichtwit (meer dan 5300 K). De aanduiding is meestal verborgen in de eerste of laatste twee cijfers van de productnaam: een gloeilamp met de aanduiding E 27 heeft 2700 Kelvin en straalt daarom warm wit licht uit.
De lichte kleur is vooral een kwestie van smaak. In principe is neutraal wit licht echter geschikt in de keuken op de werkplek, omdat werken meer gaat over objectieve verlichting dan over sfeer. In de eetzaal daarentegen wordt warm wit licht aanbevolen – het brengt een aangename sfeer over.
Hulp nodig bij het plannen van de keuken? Vind nu experts voor keukens en verlichting bij u in de buurt:
Nu KüchenstudIo zoeken
Foto credit cover foto: Mark Sengstbratl, J. Haslinger