Mousserende wijn en champagne. De schuimende en mousserende dranken gemaakt van druiven worden meestal gedronken als er iets te vieren is. Mousserende wijn of champagne zijn ook erg populair voor een receptie of als aperitief. Maar waarin verschillen de twee mousserende wijnen van elkaar?
De champagne moet uit champagne komen
Het verschil tussen mousserende wijn en champagne ligt vooral in de Productie. De champagne wordt geserveerd na de “Méthode Champenoise” gemaakt.
Dat Fermentatieproces van de edele mousserende wijn vindt plaats in de fles. De basiswijn wordt gemaakt met Suiker en Gist afstand. De Fermentatie van de zogenaamde “tirage” duurt ongeveer 1 tot 2 maanden. De daaropvolgende rijping van de champagne kan echter tot 5 jaar duren.
Aan Einde van de rijping de flessen zullen geleidelijk Opgericht. Het resultaat Gist pluggen wordt verwijderd door de fles te onthoofden. Daarna een echte Kurk gebruikt.
De champagne mag volgens deze methode enkel geproduceerd worden van de druivenrassen Chardonnay, Pinot Meunier en Pinot Noir en moet afkomstig zijn uit het gelijknamige wijnbouwgebied.
De druivensoort is een belangrijk criterium voor champagne. Bron: Cv
Mousserende wijn is niet gebonden aan een specifieke druivensoort
Als in Duitsland sektarisch wordt gesproken, in de ware zin van het woord een hoge kwaliteit Mousserende kwaliteitswijn Bedoeld. Om zichzelf zo te mogen noemen, moet de mousserende wijn in de fles een Koolzuur overdruk van ten minste 3,5 bar.
Een ander criterium is een Duur van de vervaardiging van ten minste 6 maanden. Gedurende deze tijd moet de mousserende wijn minstens 90 dagen op de Gist liegen. Als een Agitator , het is ten minste 30 dagen. Om een mousserende wijn met de aanduiding Flesfermentatie Hij moet minstens negen maanden in de Mousserende wijnkelder besteden.
Bij mousserende wijn worden de gist en de droesem uit elke fles afzonderlijk geschud. De procedure is: “Degorgeren” genaamd.