Natuurlijk maken kerstkoekjes ook deel uit van de adventstijd. Voor alle kerstbakkers rijst elk jaar de vraag wanneer het ideale moment om te bakken is aangebroken. Let wel, niet alleen het feit dat je de hele kerstperiode koekjes wilt hebben, speelt hierbij een rol. Sommige kerstkoekjes ontwikkelen pas na een bepaalde tijd hun volle aroma, terwijl andere niet zo lang meegaan.
De huisregel voor kerstkoekjes
De bekende huisregel voor het bakken van kerstkoekjes zegt dat je op de 1e advent moet beginnen. Dit is geen slecht idee, vooral om stemmingsredenen. Met een gezellige bakronde inclusief harmonieuze kerstmuziek kan de adventstijd goed beginnen.
Met betrekking tot de kerstkoekjes worden spritzkoekjes, shortcrust gebakjes, meringue, bitterkoekjes en kaneelsterren op dit moment aanbevolen. Deze smaken meestal het meestvers en zijn tot drie of vier weken houdbaar in blikjes. In het geval van gebak zoals vanillesikkels is de houdbaarheid iets korter met ongeveer twee weken. Daarom is het belangrijk op te merken dat je ofwel in de bijzonder hete kerstfase moet bakken of over het algemeen iets later begint en dus tot de feestdagen van alle koekjes wordt voorzien.
Welke kerstkoekjes moeten eerder gebakken worden?
Hoewel het begin van de adventstijd ook een goede gelegenheid is om kerstkoekjes te bakken, zijn er ook een paar gebakken goederen waar het de moeite waard is om een week of twee eerder te beginnen. Deze omvatten bijvoorbeeld peperkoek, Printen en Springerle. Vooral peperkoek gaat niet alleen veel langer mee dan veel andere kerstkoekjes, ze smaken ook steeds beter naarmate de tijd verstrijkt. Daarom kun je hier zes weken voor kerst zonder problemen beginnen met bakken. Zelfs met de hoeveelheid is het logisch om iets meer te doen, zodat het echt tot Kerstmis duurt.